WVGGZ verplicht tot goede zorg.
Nog maar 8 maanden en dan gaat de nieuwe wet verplichte GGZ in werking. Het begint inmiddels te leven bij alle betrokkenen. Vorige week was er een ketenconferentie wet Verplichte GGZ waar veel belangstelling voor was vanuit alle betrokken ketenpartners. Ik was daar ook en het heeft mij wat opgeleverd. Het heeft me een inzicht opgeleverd.
Kriebel
Bij het horen van de toelichtingen en beschouwingen op de wet begon er bij mij iets te kriebelen. Veel, heel veel tekst. Veel, terechte, waarborgen om ervoor te zorgen dat de wet niet onzorgvuldig toegepast kan worden. Meer mogelijkheden voor familie, om in geval van uiterste nood een beroep op deze wet te kunnen doen, fijn. Veel procedure en taakbeschrijvingen, wie moet wat hoe doen. Goed dat het zo zorgvuldig beschreven is.
Maar wat kriebelde er dan?
De vraag waarom het zover moet komen dat deze wet überhaupt in werking moet treden.
Als deze wet ingezet moet gaan worden, is het toch eigenlijk al te ver gegaan. Dan is er al leed en schade aangericht. En door iemand onder dwang zorg te bieden, voeg je daar vaak ongewild nog de nodige schade aan toe.
Dit ongemakkelijke gevoel van: “de nieuwe wet is op een groot aantal punten een verbetering, maar eigenlijk wil ik niet dat zo’n wet nodig is” bleef totdat ik artikel 2.1 (algemene uitgangspunten) onder ogen kreeg.
Uitgangspunten
In hoofdstuk 2 zijn de algemene uitgangspunten geformuleerd. In artikel 2.1 staat:
- De zorgaanbieder en de geneesheer-directeur bieden voldoende mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid, om daarmee verplichte zorg zoveel mogelijk te voorkomen.
- Verplichte zorg kan alleen als uiterste middel worden overwogen, indien er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg meer zijn.
Met als toelichting:
Het eerste en tweede lid benadrukken het grote belang van voldoende aanbod van vrijwillige zorg bij het voorkomen van onvrijwillige zorg. Het ontbreken van adequate voorzieningen mag er niet toe leiden dat een persoon met een psychische stoornis verstoken blijft van de noodzakelijke zorg en zijn situatie zodanig verslechtert, dat er een aanzienlijk risico op ernstig nadeel ontstaat en verplichte zorg als uiterste middel noodzakelijk wordt. Uitgangspunt is dat eerst de mogelijkheden voor vrijwillige zorg volledig worden benut, voordat dwang overwogen kan worden. Het eerste lid bepaalt dat er een daadwerkelijk aanbod van vrijwillige zorg voorhanden dient te zijn. Op de zorgaanbieders rust de verplichting om dit aanbod van vrijwillige zorg te realiseren.
(download wet met toelichting).
Inzicht
Het uitgangspunt van de WVGGZ is dus helder: tijdige adequate zorg is een recht. Een recht dat afgedwongen mag worden. De verplichting ligt, in tegenstelling tot wat de definitie van “verplichte zorg” suggereert dus niet (alleen) bij degene voor wie de zorg bedoeld is, maar (juist) ook bij degene die de zorg moet leveren! Wat een bevrijdend inzicht!
Voorkomen is beter
Tijdige adequate zorg kan veel leed voorkomen. Het kan voorkomen dat we alle volgende artikelen nodig hebben. Het kan voorkomen dat de nood bij de familie zo hoog oploopt dat ze hun relatie met hun eigen familielid moeten beschadigen doordat ze geen andere uitweg meer zien dan een beroep te moeten doen op de WVGGZ. Het kan voorkomen dat de communicatie door de crisis zo belemmerd wordt dat het verplicht horen van de persoon zelf een dode letter wordt. Tijdig goede zorg kan kortom oneindig veel leed voorkomen. Zeer terecht dat het een recht is en fijn dat dit zo helder in de wet opgenomen is.
Vergeet artikel 2.1 niet bij de implementatie
Ik verzoek iedereen die met dit onderwerp bezig is: gemeenten, wethouders zorg, burgemeesters, OM, rechters, geneesheren directeur, psychiaters, spv’ers, patiëntvertrouwenspersonen, familievertrouwenspersonen enz. enz. zich bewust te zijn van artikel 2.1. Laat dit artikel niet ondergesneeuwd raken in alle complexe procedures en afspraken die geregeld en geïmplementeerd moeten worden. Natuurlijk moet dat goed en zorgvuldig gebeuren, maar wat zou het jammer zijn als we aan het “recht op goede zorg” voorbijgaan.
Wees je bewust van je recht
En aan iedereen die de zorg voor zichzelf of zijn dierbare nodig heeft: wees je bewust van je recht. Doe tijdig een beroep op artikel 2.1 van de WVGGZ.