“Verleiding” is het toverwoord.
Aansluiting Sociaal Domein en sGGZ moeizaam.
(AVG lijkt beide partijen onmachtig te maken).
De aansluiting tussen het sociaal domein en de sGGZ blijkt in de praktijk op veel plekken nog moeizaam te verlopen. Zeker als er sprake is van een opname. Beiden partijen willen wel maar voelen zich onmachtig. Vanwege de AVG mogen ze immers geen informatie uitwisselen. Hierdoor lijkt een onmogelijke impasse te ontstaan, want hoe kom je met elkaar in contact als je van elkaar geen gegevens hebt. Als je niet mag laten weten dat je deze meneer of mevrouw al kent omdat je hem of haar al begeleid. Als je niet mag laten weten dat deze meneer of mevrouw bij jou verblijft. Geen van beide partijen lijkt zo in de positie om initiatief te nemen. Je wilt wel, maar je kunt niet.
Het wijkteam als rode draad.
Deze gordiaanse knoop was onderwerp van gesprek binnen de zoektocht die ik samen met het Zelfteam Borne gedaan heb naar mogelijke oorzaken van het verschil tussen de papieren werkelijkheid en de werkelijke werkelijkheid . Vanuit onze achtergrond als naasten was het logisch om steeds te redeneren vanuit de vraag wat er nodig is voor de inwoner. En juist dit, het blijvend redeneren vanuit die vraag heeft ons tot een, ook voor onszelf verrassende uitkomst gebracht. Verrassend qua eenvoud en verrassend qua impact. Ook verrassend was de parallel met het, soms zo moeizame, contact met de familie en naasten. Ik realiseerde me dat een wijkteam als eerste schil ook gezien zou kunnen worden als “professionele naasten”. Mensen die letterlijk bij iemand in de buurt zijn én in de buurt moeten kunnen blijven. Zij vormen de rode draad. De ontregeling waar de behandeling zich op richt is maar één van de aspecten waar een inwoner mee te maken kan hebben. Er zijn zoveel meer levensgebieden die allemaal van invloed zijn op herstel. Blijvende aandacht voor alle levensgebieden is dan ook noodzakelijk. De rode draad die de gemeente (het wijkteam) als professionele naaste vormt moet in stand gehouden worden.
En zo waren we opeens op bekend terrein. Opeens leek de oplossing voor de hand te liggen.
Oplossing deel I
“Wijkteam: gedraag je als naaste.”
Voor de mensen, werkzaam in een wijkteam betekent het dat als ze weten dat een van degene waar ze contact mee hebben opgenomen is, dat ze zich tijdens een opname ook gedragen als naasten. Ze gaan op bezoek, net als je dat bij een goede vriend zou doen. Ze houden het contact in stand. Ze blijven in gesprek. Degene die opgenomen is, is immers nog steeds een inwoner. En tijdens dit contact gaat het ook over het contact met de behandelaar. Hoe belangrijk het is om samen op te blijven trekken en dat alle partijen elkaar daarvoor moeten kennen. Niet stiekem om iemand heen, maar samen, in gesprek met elkaar.
Oplossing deel II
“sGGZ: behandel het wijkteam als naaste.”
Hiermee bedoel ik natuurlijk dat het wijkteam behandeld wordt zoals wij dat als naasten ook graag willen. Dat het onderwerp van gesprek is gedurende de opname. Dat iedereen binnen de sGGZ die betrokken is bij de begeleiding en behandeling van deze inwoner zich bewust is van het belang van het contact met het wijkteam. En zich er bovendien van bewust is dat de AVG hierbij geen blokkade is, maar de route bepaald. De route die nooit om betrokkene heen mag gaan, maar waarbij hij/zij een terechte sleutelpositie heeft. Verbruik je energie niet met mopperen op de wet, maar zet het in om betrokken inwoner te verleiden om het contact met de gemeente mogelijk te maken. En blijf dit doen net zo lang als nodig.
Bovenstaand inzicht is voortgekomen uit de opdracht die ik gedaan heb in samenwerking met het Zelfregieteam in Borne.
De afspraken die naar aanleiding hiervan gemaakt zijn tussen de gemeente Borne en Mediant zijn uitgewerkt in een schema. Voor het volledige rapport, kijk hier.