Brief aan mijn zoon
Bij de voorbereiding van een workshop voor congres over verslaving (6 april 2021) realiseerde ik me dat ik nog niet eerder een workshop of lezing gegeven heb met “verslaving” als hoofdonderwerp. Het gaat meestal juist om het complexe geheel van psychiatrie en verslaving en het daarmee gepaard gaande bij tijd en wijle verwarde gedrag dat ook gevaarlijk kan zijn.
Zeker is er een wetenschappelijk vermoeden dat de psychoses een gevolg zijn van het drugsgebruik, maar helemaal zeker weten we dat niet. Het zou ook maar zo andersom kunnen zijn.
Zeker, de verslavingsproblematiek heeft effectieve hulpverlening in de weg gestaan, maar er is meer. En dat meer heeft meer kapot gemaakt dan me lief is.
Een van de dingen die ik erg lastig vind is: hoe mijn onvoorwaardelijke moederliefde zich verhoudt tot mijn gevoel van afkeer tot mijn zoon als hij onder invloed is. Iets wat vaak ons contact in de weg gestaan heeft. Hij koos immers voor de drugs en niet voor mij.
Er schoot mij te binnen dat ik precies over dit onderwerp mijn zoon een keer een brief geschreven heb. Toen ik de brief opzocht was het zelfs een brief van al 10 jaar geleden (!). Ik had toen kennelijk wel “een inzicht” maar mijn herstel liet nog even op zich wachten. Toch is de brief nog actueel en waar.
Tiel, september 2011 Lieve zoon, Al in het voorjaar heb ik je beloofd een aantal zaken voor je op te schrijven. Ik was daarom aan deze brief begonnen, maar had het nog steeds niet afgemaakt.Na het voorjaar is weer veel gebeurt en nu vind ik het allereerst belangrijk om te proberen om je uit te leggen hoe ik me voel. Een ding staat als een paal boven water, ik houd zielsveel van je en dat was zo vanaf het moment dat ik je voor het eerst voelde en later ook zag. Nee het is niet gelopen zoals ik (en jij en pappa en je zusje en ieder die ons liefheeft) dat graag gewild had maar dat verdriet zullen we een plaats moeten geven. Ik vind het moeilijk onder woorden te brengen hoe het precies zit met mijn liefde voor jou. Hoe komt het dat ik je niet vaker bel, niet vaker opzoek etc. Ik pieker over voorbeelden waarmee ik het je uit kan leggen. Ik houd van jou, ik houd niet van je drugsprobleem, niet van je drankprobleem, niet van alles wat mede het gevolg (of de oorzaak) van deze problemen is. Al heel lang heb ik me zorgen om je gemaakt en heb ik met alles wat in me is gevochten om je op een goede manier te helpen. Maar dit is niet gelukt. Ik heb het gevoel dat ik gefaald heb, mijn zorg en liefde is niet voldoen geweest om jou te “redden”. Hier ben ik intens verdrietig om. Het zegt natuurlijk ook iets over mij en wie ik ben. Ik ben iemand die van jongs af aan heel erg voor andere mensen wilde zorgen. Niet als een soort verpleegster, maar me verantwoordelijk voel voor hoe mensen om mij heen zich voelen. Dit voorjaar heb ik hard aan mezelf gewerkt en is me steeds duidelijker geworden dat die zorg ook een negatieve kant heeft. Dat ik hierin ook weleens (of misschien zelfs regelmatig) te ver gegaan ben, door diezelfde mensen (vaak de mensen waar ik het meest van hou) zaken op te dringen omdat dit goed voor hen zou zijn, er ontstaat dan iets dwingends. Ook kan het bij de ander het gevoel oproepen dat ik me beter voel en het allemaal beter weet. Terwijl dit natuurlijk niet het geval is. Naarmate ik mensen om me heen ongelukkiger zie worden, wordt dit extremer en dwangmatiger. Dit is een kant van mezelf waar ik niet trots op ben en waar ik in wil veranderen. Ik wil het loslaten. Hoe goed ik ook voor iemand zorg (denk te zorgen) ik kan hem/haar niet gelukkiger maken, dat zal diegene zelf moeten doen. Ieder moet zijn eigen persoonlijke kracht ontdekken en zichzelf uit de prut helpen. Als iedereen van zichzelf houdt en goed voor zichzelf zorgt, straalt dat op anderen af en zal iedereen daar beter van worden. Maar wat betekent dit voor ons. Voor jou en voor mij. Juist jij roept alle zorg bij me op die ik in me hebt en zuigt me soms leeg. Want zoals ik gezegd heb, mijn zorg helpt jou uiteindelijk niet en voor ik het weet doe ik de verkeerde dingen. Jij moet jou redden. Jij moet vechten voor je eigen geluk en je leven. Je hebt heel veel in je: intellect, creativiteit, zorgzaamheid, humor. Gebruik het, pak je leven op en ik zal je hier voor 150% bij steunen. Nee ik zeg niet dat het makkelijk is, ja ik denk dat je hulp nodig hebt (zowel medicijnen als therapie), maar doe het, je bent het waard. Opeens weet ik hoe ik het uit moet leggen, bij het typen van de woorden “je bent het waard” . Toen je nog klein was poepte je natuurlijk wel ‘ns in je broek. Dan was je vies en je stonk. Ik pakte je dan gauw op om, soms met m’n neus dicht, je weer schoon te maken ik wist immers wat voor lief zacht jongetje onder die stinkende poep zat. Ik hield van je, maar niet van jouw poepluier. Nu ben je door het drugs en drankgebruik als het ware ingesponnen in een gore glibberige cocon. Die cocon roept weerzin op terwijl ik zoveel houdt van diegene die er in verstopt zit, jij. En als ik die cocon probeer beet te pakken om die prachtige kern te bevrijden, glibbert het weg, veroorzaakt het uitslag etc. De enige manier om uit die cocon te komen is van binnenuit en jij bent dus de enige die dit voor elkaar kan krijgen. Ik geef toe het vaak te moeilijk vind om die cocon te zien in de wetenschap dat ik je niet kan helpen. Soms staat je cocon een beetje open en zie ik een stukje van jou zelf, dan ben ik blij en wil ik niets liever dan je vasthouden. Soms is de volgende dag je cocon weer gesloten. Als ik je bel weet ik niet van te voren hoe ik je aan zal treffen en ook dat vind ik moeilijk. Daarom houd ik vaak afstand om mezelf tegen dit grote verdriet te beschermen. Lieve zoon, mijn grootste wens is dat jij net zoveel van jezelf kunt houden als ik van jou. Je zou dan geen drugs en drank nodig hebben. Zolang dat niet het geval is hoop ik regelmatig een kier in de cocon te ervaren om op die manier contact met je echte jij te houden,Dag lieverd, tot gauw, Mamma |
Gelukkig heb ik inmiddels regelmatig de kier in de cocon mogen ervaren. Er zijn zelfs momenten geweest dat het een ruime kier was. We hebben dan fijn contact. Maar mijn droom dat drugs niet meer nodig zijn, is nog niet zijn droom. En dat is wat ik moet loslaten.
