Kinderen die willen…
Kortgeleden kreeg ik een inzicht. Dit gebeurde toen ik aan mijn moeder vroeg of ze haar nichtje en jeugdvriendin in Amerika nog eens wilde bezoeken. De dames hebben inmiddels beiden de respectabele leeftijd van 83 bereikt. Mijn moeder antwoordde dat dit niet kon, vanwege dit en vanwege dat. Ik vroeg of ze iets wilde en zei antwoorde dat het niet kon. Een opmerkelijk antwoord, willen en kunnen is immers van een verschillende orde. Willen doe je met je gevoel, kunnen met je verstand. Ik realiseerde me dat dit ook mijn eigen patroon steeds is (geweest). Met mijn hoofd hou ik mijn gevoel onder controle. Bijna nog voordat ik me bewust ben dat ik iets wil, vraag ik me af of het kan en als het niet kan, dan wil ik het niet ????? Natuurlijk mag ik willen wat ik wil en of het ook kan is vraag 2. Als ik iets wil wat niet kan, mag ik daar even bij stilstaan, een moment om het te verwerken, erover te rouwen zelfs. Pas dan krijgt het de ruimte die het verdiend. Jammer dat ik dit inzicht nu pas heb, jammer voor alles wat ik mezelf ontnomen heb, maar ook jammer voor mijn kinderen. Ook bij hen was het antwoord op “ik wil dit of dat” of een ja (directe behoeftebevrediging) of ik gaf aan dat het niet kon of niet mocht. We stonden te weinig stil bij het verdriet wat onvervuld verlangen met zich mee brengt. Sorry lieve kinderen, het spijt mij oprecht maar ik wist niet beter.
Dat ik hier niet in opgevoed ben en dat willen ondergeschikt is geworden aan kunnen staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van onze (calvinistische?) cultuur. Niet voor niks kennen we allemaal de uitdrukking “kinderen die willen, krijgen voor hun billen”. Het onderdrukken van de wil is daarmee een belangrijk opvoedingsdoel. En als je dit als opvoeder niet doen ben je een slechte opvoeder. Terwijl de wil wellicht onze belangrijkste krachtbron is. Om deze krachtbron effectief zijn werk te laten doen is het goed om het richten. Wat wil je nu precies? “Ik wil een ijsje!” Kan betekenen: “ik heb het zo warm en een ijsje kan voor afkoeling zorgen”. Of: “ik heb trek en wil iets eten”. Of: “ik wil even aandacht en als ik iets vraag krijg ik aandacht”. Het is belangrijk om daar goed bij stil te staan, want er blijken meer mogelijkheden te zijn dan ja en nee. Dit geldt voor vrijwel alles wat we willen in ons leven, er zit een behoefte achter. Die behoefte vervullen, dat is wat we werkelijk willen en kan soms (vaak) op verschillende manieren. Je hoort mij niet beweren dat alles wat je wil ook werkelijkheid wordt, ik beweer ook niet dat als je iets niet wil het niet toch gebeurd. Doen wat je wil gaat vele malen makkelijker dan iets doen wat je niet wil.
Het is niet helemaal toevallig dat ik dit inzicht nu krijg. Het heeft alles te maken met de vele ervaringsdeskundigen die ik de afgelopen periode ontmoet en gesproken heb. Als we praten over wat belangrijk is voor herstel gaat het vaak over dromen en verlangens, oftewel: “wat wil je”. In de dagelijkse praktijk van de GGZ en sociale domein gaat het vaak over kunnen en is willen het ondergeschoven kindje. En dit staat de “eigen regie” in de weg. De kern van eigen regie is immers dat er gehandeld wordt naar wat iemand wil. Wat er kan is dan vraag 2.
